Het modesysteem is door de jaren heen flink veranderd. De opkomst van social media en de snelheid waarin trends en collecties elkaar opvolgen spelen daarbij een grote rol. In het Nieuwe Instituut in Rotterdam, dat is ondergedompeld tot Tijdelijk Modemuseum, geven ontwerpers hun kijk op de mode-industrie anno 2015.

 
Regenlaarzen, poncho’s en verwaaide haren. Zowel in het buitenland als in ons land zelf leeft niet sterk het idee dat wij een modieus land zijn. Maar als er één land is dat heeft bijgedragen aan de modernisering van de mode, dan is het wel Nederland. Het Tijdelijk Modemuseum laat dat zien aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis. Denk aan de internationale impact van de Nederlandse huisvrouw in de jaren vijftig, die van de Provo’s in Amsterdam, van de kraakbeweging, de clubbezoekers en die van de internetpioniers die nieuwe modellen van lenen en delen ontwikkelen. De Nederlandse consument bepaalde voor een groot deel het straatbeeld. Vandaar dat er niet zo zeer gekeken wordt vanuit het oogpunt van de ontwerper, maar vanuit het oogpunt van de gebruiker.

 

Kritiek

Naast een terugblik op de mode vanuit verschillende periodes uit de geschiedenis, is er ook kritiek te horen op het huidige systeem. In het project Hacked uitten modeontwerpers Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum commentaar op de hedendaagse mode-industrie. In het bijzonder gericht op fast-fashion. Plek voor nieuw designtalent of kleine labels is er nog nauwelijks door de positie die wereldwijd opererende merken als H&M, COS en Zara innemen. Volgens de ontwerpers putten deze merken schaamteloos uit ontwerpen van onafhankelijke designers voor hun eigen collectie. De esthetiek en afwerking onderscheiden zich nauwelijks van de originelen, maar zijn door het prijsverschil geen gelijkwaardige concurrentie meer.
Van Slobbe en Van Benthum ontwierpen ook een eigen kledinglijn. Hiervoor gebruikten ze de overproductie van materiaal afkomstig uit de fast-fashionindustrie. Binnenkort lees je meer over het project Hacked op behindmycloset.

Fashion Data

Aansluitend op de uiteenzetting van Van Slobben Van Benthum is er aandacht voor de sociale en ethische gevolgen van het mondiale productieproces van de hedendaagse kledingindustrie. De impact wordt getoond aan de hand van datavisualisaties, die op een duidelijke en toepasselijke manier weergegeven zijn. Waterverbruik, arbeidsomstandigheden, de toepassing van chemicaliën en de maak- en verkoopprijs van een T-shirt, worden allemaal genoemd. Fashion Data toont de duistere en meestal ‘onzichtbare’ achterkant van onze kledingkast.

Knippen, plakken

Naast horen, lezen en zien kunnen bezoekers ook zelf aan de slag in The New Harberdashery, een stoffenwinkel en naaiatelier. Patronen van onder meer Monique van Heist en Frans Molenaar zijn hier te koop. Zo kun je voor vijf euro een kopie maken van de cape, ontworpen door Frans Molenaar. Laat alleen Van Slobbe en Van Benthum het maar niet horen.

---

 

Het Tijdelijk Modemuseum is te zien tot 8 mei 2016